Het leven van Aesopus
Over het leven van Aesopus
kunnen we weinig met zekerheid zeggen. Hij zou geleefd hebben van ca. 620 v.C.
tot 560 v.C. Zijn geboorteplaats werd
reeds in de oudheid bediscussieerd. Twee plaatsen worden het meest vermeld:
Thracië en Phrygië. Er werd hem duidelijk een niet-Griekse origine
toegeschreven. Bij Herodotus lezen we
dat Aesopus een slaaf geweest zou zijn van een zekere Iadmon. Andere bronnen vertellen dat hij een slaaf was de filosoof Xanthus. Deze had hem vrijgelaten
nadat hij hem had bijgestaan met wijze raad. Xanthus had namelijk in benevelde toestand een weddenschap aangedaan. Hij had beweerd dat hij de hele zee kon
leegdrinken. Wanneer hij zijn roes had uitgeslapen kwam men Xanthus aan de
weddenschap herinneren. Aesopus raadde hem daarop aan te eisen dat er tijdens
het drinken geen druppel water meer aan de zee mocht worden toegevoegd. Omdat
dit niet gegarandeerd kon worden, verviel de weddenschap. Uit dankbaarheid liet
Xanthus Aesopus vrij.
Sinds
zijn vrijlating trok Aesopus door de toenmalig gekende wereld om fabels te
vertellen. Over zijn dood bestaat een opmerkelijk verhaal. Toen hij het orakel
van Delphi bezocht had hij geklaagd dat het tempelpersoneel profiteerde van de
wijgeschenken die pelgrims daar achterlieten. De Delphiërs namen hem dat niet
in dank af en zonnen op wraak. Toen Aesopus de stad verliet werd zijn
reiskoffer, als door de douanen, gecontroleerd. Daarbij trof men een gouden
schaal aan die een priester erin verstopt had. Meteen werd Aesopus van diefstal
beschuldigd. Als straf werd hij onterecht van de rotsen van de Parnassus
gegooid.
De fabels van Aesopus
Aesopus was zeker niet de eerste
die fabels bedacht, zijn naam is wel onlosmakelijk verbonden geraakt met dit
genre. Er zijn een vijfhonderdtal fabels overgeleverd op zijn naam. Het kan met
zekerheid gezegd worden dat die niet allemaal van Aesopus zelf komen. Hij heeft
namelijk nooit een fabel op schrift gesteld. Zijn fabels werden mondeling
overgeleverd en werden voor het eerst rond 300 v.C. gebundeld en opgeschreven
door Demetrius van Phaleron. Later zijn er nog vele bewerkingen en aanpassingen
van gemaakt.
Een
heikel punt in de studie van Aesopus vormen de morele lessen die aan de fabels
worden toegevoegd. Na elke fabel volgen enkele regels die de morele kern van de
fabel blootleggen. Soms hebben ze een cliché-karakter en doen ze afbreuk aan de
spitsvondigheid van de fabel. Veel van deze morele lessen werden waarschijnlijk
later aan de fabels toegevoegd. Er zijn zelfs letterlijke citaten uit de bijbel
bij.