1
Hoe
verschilt de verhaallijn van de fabels?
Aesopus: raaf
stal vlees. Vos prijst de raaf om
zijn schoonheid.
vos: “Als je kon spreken
was je zeker koning”
raaf krast / vlees
valt
vos neemt vlees en
zegt: “dommerik”
Phaedrus: raaf
stal kaas.
vos: “Als je kon zingen
heerste je zeker over de vogels”
raaf krast / vlees
valt
raaf is ijdel
Esopet: raaf
heeft kaas.
vos: “Als je kon zingen, mocht je kroon dragen (koning / verheven
zijn)”
raaf spreekt
/ kaas valt
vos loopt naar
zijn hol
La Fontaine: meester
raaf heeft kaas
meester vos: “Als uw gekwinkeleer
gelijk uw schoonheid was, was je de feniks van dit bos.”
raaf wil zingen
/ kaas valt
vos neemt kaas en geeft een morele les aan de raaf en acht die wel
de kaas waard
raaf schaamt zich
Pali-canon: Bodhisattva: boomgod
raaf eet appels
in een boom
jakhals
looft de kraai “Mooi kan jij zingen, pauwenjong”.
kraai: “Merci, hier tijgerjong appels voor u.” (de raaf heeft meer
appels dan hij kan eten en deelt)
Bodhisattva komt tussen en maakt de dieren uit voor leugenaars
de dieren slaan op de vlucht
2
Hoe verschilt de moraal van de fabels?
Aesopus: moraal
achteraan: domme naïviteit wordt
afgestraft
Phaedrus: moraal
vooraan: wie geloof hecht aan vleierij zal ervoor boeten
moraal
achteraan: wie niet sterk is moet slim zijn
Esopet: moraal
achteraan: wie geloof hecht aan vleierij zal ervoor boeten
de La Fontaine: moraal
achteraan uitgesproken door vos die ze als les verpakt: wie complimenten geeft, leeft op kosten van zij die er geloof aan schenken
Pali-canon: moreel
impliciet: vleiende leugenaars worden verjaagd