Leerplan / Didactiek


Leerplan

naam: leerplan secundair onderwijs ASO AV Grieks, 3de graad, Gemeenschapsonderwijs
nummer: 2010/033 (vervangt 2006/050) 


relevante leerplandoelstellingen:


Algemene doelstellingen  (p. 4 uit het leerplan)



4 De leerlingen verwerven inzicht in de Griekse kunst, cultuur, taal- en letterkunde, geschiedenis en samenleving en het voortleven van aspecten daarvan in latere samenlevingen.

6 De leerlingen zien in dat opvattingen, waarden en normen tijd-, plaats- en contextgebonden zijn.


7 De leerlingen kunnen de volgende vaardigheden met steeds grotere zelfstandigheid inzetten: analyseren, structureren, synthetiseren, kritisch beoordelen, argumenteren, zichzelf evalueren.

8 De leerlingen tonen interesse voor de antieke cultuur en het voortleven ervan.



Specifieke doelstellingen:



LPD 14 (cf. pagina 7 uit het leerplan)

Decr. Nr. 4, 6, 14, 18 LPD 14

Leerplandoelstellingen: analoge teksten met elkaar vergelijken.

Leerinhouden: Inhoudelijke en stilistische parallellen tussen:

• antieke teksten onderling;

• antieke teksten en teksten uit latere periodes.


Didactische wenken:


LPD 14 (cf. pagina 20-21 uit het leerplan)

Het kan hier gaan om Griekse teksten die in de les aan bod zijn gekomen, bv. in een bepaald thema, of om vertalingen of analoge (hedendaagse) literaire teksten in het Nederlands of een andere taal. Er wordt aandacht besteed aan de inhoud en de vorm. (…) Niet alle fragmenten moeten in het Grieks gelezen worden. Het kan ook zinvol zijn vertalingen met elkaar te vergelijken.


Didactiek

De klassite dient als digitale en interactieve leerlingencursus. De gebruikte werkvorm is 'zelfstandig leren'. De leerlingen kunnen aan de hand van de klassite de leerstof zelf verwerven en verwerken. De les gaat door in een computerlokaal waar elke leerling aan een computer kan werken. Tijdens de les kunnen de leerlingen met hun vragen terecht bij de leerkracht. De leerlingen kunnen de klassite na de les gebruiken om de leerstof terug op te frissen en om zich voor te bereiden op de examens.



Didactische principes:

1) Activiteitsprincipe: De leerlingen worden door de oefeningen in de klassite aangezet om actief deel te nemen.

2) Belangstellingsprincipe: Het filmfragment van Hans Teeuwen en de strip sluiten aan bij de leefwereld van de leerlingen. De fabel zelf behoort tot het collectief geheugen. Daarom is het interessant dieper op deze fabel in te gaan.

3) Aanschouwelijkheidsprincipe: Het filmfragment, de afbeeldingen bij de teksten, de stamboom en de strip maken de leerstof visueel duidelijk en aantrekkelijk.

4) Herhalingsprincipe: De oefeningen die in de klassite zijn opgenomen zorgen voor de nodige herhaling.

5) Integratieprincipe: De fabel van Aesopus wordt in deze klassite expliciet in verband gebracht met fabels in andere talen. Zo legt deze les verbanden met de lessen Frans en Nederlands.

6) Beperkingsprincipe:  De les wordt afgebakend tot de case study van de fabel van de vos en de raaf. De leerstof wordt doorheen de klassite geleidelijk aangeboden.

7) Individualisatieprincipe: De werkvorm zelfstandig leren laat toe dat de leerlingen elk op hun eigen tempo de leerstof kunnen verwerven en verwerken.